Rugbytalent Joren Buijs uit Goes naar Zuid-Afrika
Rugbytalent Joren Buijs uit Goes naar Zuid-Afrika
Rugbytalent uit Goes naar Zuid-Afrika: ‘Ik hoop daar een betere versie van mezelf te worden’
Bron: PZC | Rugbytalent uit Goes naar Zuid-Afrika: ‘Ik hoop daar een betere versie van mezelf te worden’
Voor de zestienjarige rugbyer Joren Buijs breekt een heel bijzondere periode aan. De jeugdinternational uit Goes vertrekt voor een jaar naar het land van de Springbokken. In Zuid-Afrika krijgt hij de kans om te groeien als rugbyer én mens op het internationale Rugby Institute in Stellenbosch.
Het was nog best even spannend. Een telefoontje van school zou bepalen of Joren Buijs een vol jaar naar Zuid-Afrika ging of ‘maar’ voor vier weken. ,,Als ik zou slagen voor mijn havo-herexamen zou het doorgaan. Als ik zou zakken, zou ik met mijn vader, moeder en broertje gewoon op vakantie zijn gegaan naar Zuid-Afrika.” Maar het allesbepalende telefoontje kwam en bleek positief. ,,Ik ben geslaagd met een 7 voor Nederlands, dus ik kan naar Zuid-Afrika!”
Buijs rugbyde tot voor kort bij Tovaal in Goes. Maar ook al in Oranje onder 16 (vorig jaar) en Oranje onder 17 (dit jaar). Ondanks zijn nog jonge leeftijd heeft hij er al een heel rugbyverleden opzitten. ,,Het zit er al van heel jong in”, vertelt moeder Lisette. ,,Zijn vader gaf jeugdtraining. Toen Joren drieënhalf was, is hij al mee gaan trainen. Eerst nog halve trainingen, maar dat vond hij zelf maar niks. Dus al snel werden dat volledige trainingen.”
Van de turven tot de junioren
Bij Tovaal doorliep het Goese rugbytalent alle jeugdafdelingen. ,,Ik ben bij de turven begonnen en elk jaar doorgeschoven. Van de turven naar de benjamins, de mini’s, de cubs en als laatste de junioren. Allemaal met mijn vader als trainer/coach. Nu is hij mijn broertje van tien gaan trainen.”
Rugby is Buijs zijn leven, zijn grote liefde. Dat zit erg diep bij de Goese jeugdinternational. En daar zijn ze ook op school achter gekomen. ,,Voor Frans moest ik mijn beste relatie beschrijven. Toen heb ik mijn rugbybal gekozen.” Het viel in de smaak bij zijn lerares Frans, gezien de beoordeling: ,,Ik heb daar zelfs een ‘uitstekend’ voor gekregen.”
Nationale team
Diezelfde liefde drijft hem nu naar Zuid-Afrika. ,,Dat is, samen met Nieuw-Zeeland, toch hét rugbyland.” Maar hoe kom je bij zo'n idee? ,,Ik ga daarheen met een andere speler die ik ken van het regionale team en het nationale team. Op een feestje in Den Bosch raakten we in gesprek over wat we wilden gaan doen na onze examens. Hij vertelde dat hij naar Zuid-Afrika ging en wat hij daar ging doen. Toen dacht ik: Wow! Dat is super cool! En nu ga ik samen met hem in een huisje.”
Dat huisje staat in Stellenbosch, op drie kwartier rijden van Kaapstad. Voluit heet het daar de Western Province International Rugby Institute van Uxi Sport. ,,We zitten daar in een soort park waar ze plek hebben voor ongeveer 120 gasten uit heel de wereld. Het is eigenlijk een soort campus. Met busjes gaan we dan naar trainingen en wedstrijden.”
Iedere dag naar sportschool
Hoe het programma er precies uit gaat zien is nog niet helemaal duidelijk, maar wat ze in huize Buijs wel weten, is dat er flink getraind gaat worden. ,,Iedere ochtend gaan ze naar de sportschool”, springt Lisette bij. ,,In de middag vinden dan de trainingen op het veld plaats en krijgen ze lessen op school. En twee keer per week worden ze ’s avonds naar een rugbyclub gebracht, waar ze dan meetrainen en ook competitie voor gaan spelen. In clubverband spelen ze competitie en met de academy regionale duels.”
Buijs ziet het in ieder geval helemaal zitten. Van rugby krijgt hij immers nooit genoeg. Maar Zuid-Afrika biedt hem nog meer. ,,Ik hoop er ook een stuk zelfstandiger te worden. Dat ik beter voor mezelf kan zorgen. In de buurt is nog een academy, maar daar is het meer of je in een hotel woont. Hier moeten we alles zelf regelen. In het begin zit het eten er nog bij, maar na een tijdje moeten we dat ook zelf gaan regelen.”
Een van de jongsten
Moeder Lisette heeft wel iets meer bedenkingen gehad bij het vertrek van haar zoon: ,,Joren is daar één van de jongsten met zijn zestien jaar. Ze zitten daar tot twintig jaar. De organisatie heeft ons verteld dat ze allemaal op een punt komen dat ze zich afvragen wat ze daar doen en dat ze naar huis willen. Dus wij hebben ook tegen Joren gezegd: Houd er rekening mee dat je zo’n dip krijgt.”
Om die dip zo goed mogelijk te voorkomen en te verhelpen wordt de jonge Goesenaar tijdens zijn verblijf in Zuid-Afrika strak begeleid en gemonitord, weet ook moeder. ,,Iedere dag moet hij in een systeem invoeren hoe hij zich voelt, of hij goed geslapen heeft, dat soort dingen. En dat kunnen wij inzien. Die begeleiding was voor ons doorslaggevend om het goed te vinden.”
Zomervakantie met kerst
In beginsel gaat Buijs voor een half jaar. Lisette: ,,Met de kerst hebben zij daar zomervakantie. Dan komt hij een maandje naar huis.” De afspraak is dat er dan wordt gekeken of er nog een half jaar aan vast wordt geplakt. ,,De intentie is om tot juni door te gaan. Maar dat hangt af van hoe het eerste half jaar bevalt.”
,,Maar er was daar ook een gast die er al tweeënhalf jaar heeft gezeten", boort haar zoon alle moederlijke hoop de grond in. ,,Die plakte er steeds een periode aan vast en heeft er zelfs even gewerkt.”